Gedragscode Solva-B Administratieve Dienstverlening 1. Doelomschrijving Deze gedragscode stelt regels voor medewerkers van Solva-B. De gedragscode vormt voor derden en voor de medewerkers van Solva-B het uitgangspunt voor verwachtingen met betrekking tot het optreden van de medewerkers in het algemeen en in het bijzonder met betrekking tot hun beroepsuitoefening. Waar in deze gedragscode personen worden aangeduid in de mannelijke vorm wordt hiermee ook de vrouwelijke vorm bedoeld. 2. Algemeen De medewerker van Solva-B is verplicht ethische normen in relatie tot zijn vakgebied te hanteren. Hij mag anderen geen opdrachten geven tot handelingen die hiermee in strijd zijn. Bij de beroepsuitoefening dient de medewerker zich te onthouden van al hetgeen zijn beroep kan schaden. De medewerker dient zich in zijn uitspraken, handelingen en beslissingen te beperken tot zijn eigen deskundigheid. 3. Verantwoordelijkheid De medewerker is in de uitoefening van zijn beroep verantwoordelijk voor: het handhaven van zijn niveau van vaktechnische kennis en vaardigheden door middel van permanente educatie. het uitoefenen van zijn beroep in overeenstemming met vigerende wetgeving en vaktechnische regels; het verstrekken van volledige, duidelijke rapportages en objectieve adviezen op basis van een doelmatige analyse van relevante en betrouwbare gegevens. 4. Vertrouwelijkheid De medewerker draagt er zorg voor dat al hetgeen hem bij de uitoefening van zijn functie als zodanig is toevertrouwd of wat daarbij als een vertrouwelijke aangelegenheid ter zijner kennis is gekomen, vertrouwelijk blijft. Van deze hoofdregel wordt alleen afgeweken wanneer daar een wettelijke verplichting aan ten grondslag ligt. De medewerker wendt vertrouwelijke informatie, verkregen tijdens de werkzaamheden en/of uit hoofde van zijn functie, niet aan ten behoeve van voordelen, hetzij voor hem persoonlijk, hetzij voor derden. Deze bepalingen blijven gelden, ook nadat het dienstverband is beëindigd. 5. Integriteit De medewerker van Solva-B: laat zich niet in met activiteiten die het op ethisch verantwoorde wijze uitvoeren van zijn functie op enigerlei wijze belemmeren; Weigert giften, voordelen of gastvrijheid, welke feitelijk of schijnbaar de eigen handelingen zouden kunnen beïnvloeden; Ziet af van actieve of passieve handelingen, die de belangen van zijn werkgever kunnen schaden.